Toch een waarschuwing:
De bomen zijn al een aantal jaren oud gezien de omvang en dat is niet altijd een voordeel.
Ons advies is (bijna) altijd: plant een zo jong mogelijke boom. Binnen enkele jaren is die net zo groot als een oudere boom, maar mogelijk wel gezonder.
Neem geen half- of hoogstamboom:
Even ter verduidelijking: die aanduidingen hebben niets met de mogelijke hoogte van de boom te maken, maar slaan op de de hoogte waarop de onderste takken zitten.
Voor een sterk en evenwichtig ecosysteem met en rond je boom heb je de takken het liefst zo laag mogelijk, dus als bij een struik.
Neem een boom waarin niet geknipt (gesnoeid) is:
Kies je ervoor een boom via deze actie te nemen, zorg er dan voor dat je hem zelf kunt afhalen op de kwekerij. Zo kun je ervoor zorgen dat je een goede boom krijgt, eentje waarin dus niet (boven- of onderin) geknipt is.
Bijkomend voordeel: in een boom die nooit gesnoeid is hoef je bijna nooit meer te snoeien en dat geeft op termijn een gezonde en productieve boom.
Zet je boom op de juiste plaats:
Met name fruitbomen als appels zijn gevoelig voor schimmels. Zet ze in de wind zodat ze snel kunnen droogwaaien.
Zet ze op een koude plaats. Dan bloeien ze later en heb je minder kans op nachtvorstschade.
De juiste onderstam:
Fruit- en notenbomen zijn meestal geënt. Het type onderstam bepaalt de groeikracht (dus hoe hoog een boom kan worden) en het ras dat daarop geënt is bepaalt bloei- en oogsttijd, smaak, grootte en bewaarbaarheid van je oogst.
Weten welke type onderstam je krijgt is belangrijk; staat er een ras op die je niet bevalt kan je hem altijd nog om-enten.
Verwen je boom niet teveel, verzorg hem wel:
Maak je pootgat zo klein mogelijk. Vul het gat weer met de grond die eruit kwam. Voeg dus geen compost en dergelijke toe, maar wel wat compost bovenop de aarde. Liefst plantaardige compost (als je grond niet te slecht is) en dat in af en toe een dun laagje.
En dat niet direct rondom de stam om op de druplijn. Zorg wel dat het boompje voldoende water krijgt het eerste jaar of paar jaren (afhankelijk van het soort bodem).
Zorg dat er rondom je boom begroeiing kan komen
Daarmee voorkom je dat de bodem kaal is en je meer last kunt hebben van verdroging. Wees niet te bang voor concurrentie.
Alleen bij hele kleine bomen houd je het omringende deel wat kort.
Er valt nog veel meer te leren over al die aspecten van (fruit- en noten-)bomen in je tuin. Maar daarvoor organiseren we onze cursussen.
Bomen voor Den Haag
Heb je belangstelling? Ga naar Duurzaam Den Haag - Bomen voor Den Haag